“Vroeger was het zo normaal: buiten spelen tot het donker werd, slootje springen en insecten bestuderen. Deze activiteiten komen echter steeds minder voor in een kinderleven. Jammer. Want scharrelen in de natuur is belangrijk voor een kind.
Nog altijd staat de verwoesting van mijn mierenstad me glashelder voor ogen. In een met straatstenen omheind perkje hadden ze dagen geleefd. Ik bracht ze limonadesiroop en bestudeerde hun gedrag. IJverig trippel- den ze achter elkaar aan, soms met een gevallen kameraad op de rug. Hadden ze onder het zand een mierenziekenhuis? Aten ze hem daar op? Een enkele keer prikte ik gemeen met een stokje in één van de vele gaten, gewoon om te kijken hoe snel ze eruit kwamen rennen. Tot ik op een dag uit school kwam en de regen mijn stad had verwoest en mijn kolonie verjaagd. Even treurde ik, maar al snel rende ik naar het grote grasveld van het naastgelegen woon- plein. Daar waren tot etenstijd altijd andere kinderen om mee te spelen. En in de zomer spraken we na het eten weer af. De laatste
jaren is er veel te doen over kinderen zoals ik die was. ‘We’ hebben de naam scharrelkinderen gekregen: kinderen die na schooltijd en in het weekend buiten spelen tot het donker wordt. Kinderen die de natuur in gaan en wormen in glazen potjes bestuderen. Deze kinderen zijn schaars geworden…”
Wilt u het hele artikel lezen? Klik dan hier.
Bron: Opvoeden